We hebben een klein deel van het park ontdekt op onze eerste dag in Valencia. Tussen het slenteren door de stad en het drinken op terrasjes door is het een fijne plek om even in de schaduw te wandelen of uit te rusten. Het park heeft ons echt aangenaam verrast. Dit komt niet alleen door de chille sfeer die er hangt, maar ook doordat er veel te doen is in het park. Een van de dingen die je in het park niet mag missen, als je net als ik en Coert dol bent op natuurhistorie, is het kleine natuurhistorische museum. Hoewel het museum niet groot is, heeft het wel een mooie collectie fossielen, schelpen en mineralen. Vooral de oude kasten maken dat de collectie volledig tot zijn recht komt.
Als je het park bezoekt, dan valt er iets meteen op. Het Turiapark is veel lager gelegen dan de rest van Valencia. Je moet een trap of een schuine kant aflopen om in het park te komen. Waarom dit zo is, was voor ons een raadsel. Gelukkig werd het mysterie tijdens onze fietstour op de tweede dag ontrafeld. Het park was namelijk vroeger een rivier en door de vele overstromingen die telkens delen van de stad teisterden en vernielden, besloot men om de rivier droog te leggen en op de vruchtbare rivierbedding een groot groen park aan te leggen. Uiteindelijk is het park in 1986 officieel geopend.